Maagdarmklachten

Problemen met de spijsvertering

Het spijsverteringsstelsel omvat een hoop. Er zijn veel organen bij betrokken en de klachten en oorzaken kunnen zeer uiteenlopend zijn. Of het nodig is om naar de dierenarts te gaan, is soms moeilijk in te schatten.

Veelvoorkomende symptomen bij katten en honden zijn braken en diarree. Belangrijk om te weten is de frequentie van het braken en/of de diarree. Ook ‘de inhoud’ is belangrijk: zit er bloed bij? Of slijm? Wordt er alleen gal gebraakt of misschien haar? Wordt er wel echt gebraakt, of zijn er alleen kokhalsneigingen? Ook belangrijk om naar te kijken zijn de hoeveelheid en consistentie.

In het geval van de ontlasting kan ook juist het tegenovergestelde van diarree spelen, namelijk dat het dier moeite heeft met poepen of helemaal niet kan poepen.

Een aantal mogelijke oorzaken voor problemen met de spijsvertering zijn: ongeschikte voeding, het eten van een vreemd voorwerp, een bacteriƫle of virale infectie en wormen. Wormen kunt u voorkomen door uw huisdier iedere drie maanden te ontwormen. Voor pups en kittens geldt een frequenter schema. Dit is slechts een greep uit wat er aan de hand kan zijn.

Soms is de oorzaak van het probleem duidelijk, bijvoorbeeld als u gezien heeft dat u dier iets heeft gegeten wat hij niet zou moeten eten. In dat geval is het belangrijk na te gaan of dit giftig kan zijn of op andere manieren schade toe kan brengen (bijvoorbeeld een scherp voorwerp). De dierenarts kan u hierbij helpen.

In andere gevallen is de oorzaak niet meteen bekend. Het ‘even aankijken’ kan soms prima. Kijk bij het maken van deze overweging ook naar hoe het verder met uw huisdier gaat. Denk hierbij aan eten, drinken, poepen en plassen, maar ook het gedrag. Gedraagt hij of zij zich anders als anders? De leeftijd en verdere conditie van het dier is mede bepalend voor de snelheid wanneer er ingrijpen van een dierenarts nodig is. Zo drogen oudere en hele jonge dieren bijvoorbeeld sneller uit en ook dieren die al verzwakt zijn kunnen sneller achteruitgaan.

Konijnen en knaagdieren hebben een ander dieet dan een hond of kat. Hun spijsverteringsstelsel werkt ook anders. Zo kunnen zij niet braken en boeren en ook geen scheten laten. Gasvorming in maag- en darmen kan bij deze dieren daardoor snel uit de hand lopen. Ook hebben zij constant voeding in de maag nodig om de spijsvertering goed te blijven laten verlopen. Daarom is het belangrijk om met een konijn of knaagdier dat niet wilt eten of niet meer keutelt zo snel mogelijk naar de dierenarts te gaan. Bij deze dieren is het tevens belangrijk dat zij altijd voedsel tot hun beschikking hebben, vooral hooi, en dat zij niet teveel voeding krijgen die gasvorming stimuleren (denk aan koolsoorten).

Bij verergering van klachten is het aan te raden de dierenarts te raadplegen. Ook bij twijfel en zorgen is het altijd verstandig om de dierenarts te bellen. Hierbij zeggen we: liever een keer teveel dan te weinig!

Terug naar Aandoeningen