Mobiliteit

Bewegen met plezier

  • Artrose
  • Groeipijnen
  • Heupdysplasie
  • Elleboogdysplasie

Artrose

Artrose wordt ook wel gewrichtsslijtage genoemd. Bij artrose is er sprake van een verandering in het gewricht, het kraakbeen wordt vervangen door bindweefsel en er kan extra bot- of bindweefsel vorming optreden. Door artrose wordt het gewricht minder soepel en kan deze minder goed bewegen. Ook kan er een ontstekingsreactie ontstaan in het gewricht, wat extra pijn veroorzaakt.

Bij honden zien we dit veel bij de elleboog, knie en heup, maar het kan in alle gewrichten voorkomen.

Artrose bij de hond is te herkennen aan verschillende symptomen:

  • De hond komt stijf en langzaam uit de mand, nadat hij/zij even heeft gelegen. De hond lijkt even kreupel/stijf te lopen, maar al snel lijkt er niets meer aan de hand te zijn.
  • De hond wil niet meer in de auto springen of dit kost zichtbaar meer moeite.
  • De hond likt vaker aan de poten.
  • De hond is pijnlijk bij aanraking.

gewrichten hond

Artrose wordt ook vaak gezien bij oudere katten. Dit wordt het vaakst gezien in de rug, heup, knie, elleboog en schouder van de kat.

Artrose bij de kat is te herkennen aan verschillende symptomen:

  • De kat springt minder op bijvoorbeeld de vensterbank of de bank, of gebruikt een tussenstap (bijvoorbeeld eerst op de stoel en daarna op de tafel).
  • De kat is minder lang buiten of blijft alleen nog maar in de tuin.
  • De kat maakt minder gebruik van de krabpaal.
  • De kat ligt meer te slapen dan voorheen.
  • De kat is pijnlijk bij aanraking.
  • De kat is onzindelijk doordat het pijnlijk is om in de kattenbak te komen.
  • De kat verzorgt zijn/haar vacht minder goed, wat zich uit in klitten in de vacht.

De diagnose wordt gesteld naar aanleiding van de klachten en het lichamelijk onderzoek, ook is het nodig om röntgenfoto’s te maken. Op de röntgenfoto’s is te zien of er nieuw vorming van bot is en vaak ook wat de oorzaak is van artrose (bijvoorbeeld trauma of een aangeboren gewrichtsprobleem).

Nadat de diagnose en de oorzaak zijn vastgesteld, kan er gestart worden met een behandeling. De behandeling van artrose is er vooral op gericht om de symptomen te minimaliseren en de slijtage van het gewricht te vertragen. Ook wordt er gekeken of een onderliggende oorzaak opgelost kan worden. Het aangetaste gewricht zal zich niet meer kunnen herstellen als artrose eenmaal is ontstaan. Ondanks dat er geen volledige genezing mogelijk is, kan een goede behandeling er vaak voor zorgen dat uw hond of kat weer een goede kwaliteit van leven heeft. De juiste behandeling is afhankelijk van de klacht, oorzaak en het dier.

Hieronder volgen een aantal mogelijkheden:

  • Er kan een pijnstillend en ontstekingsremmend medicijn gegeven worden.
  • Er kunnen voedingssupplementen gegeven worden die een goed effect hebben op gewrichten (bijvoorbeeld glucosaminen, chondroïtine, omega 3 vetzuren, groenlipmossel).
  • Als er sprake is van overgewicht moet dit bestreden worden. Overgewicht zorgt ervoor dat het gewricht sneller slijt en pijnlijker is, de belasting op het gewricht is namelijk groter dan bij een gemiddeld lichaamsgewicht.
  • Voorkom zware belasting van het gewricht (het rennen naast de fiets en traplopen zijn bijvoorbeeld erg belastend).
  • Geef uw dier genoeg rust.
  • Loop met uw hond vaak kleine stukken, in plaats van één grote wandeling.
  • Zorg ervoor dat uw dier comfortabel is (bijvoorbeeld een loopplank bij de auto voor de hond, een goed toegankelijke kattenbak voor de kat, een speciale mand waar uw dier lekker kan liggen).

Groeipijnen

Groeipijn is een aandoening die voorkomt bij honden in de groei. Wanneer de hond is uitgegroeid gaan de klachten vanzelf over; tot die tijd is het echter een ziekte met evidente klachten. De pijn kan zo heftig zijn dat de hond niet wil eten en zelfs een temperatuursverhoging heeft.

De symptomen starten met een leeftijd van 4-6 maanden en kunnen aanwezig blijven tot een leeftijd van 18 maanden. Het komt met name voor bij honden van snelgroeiende grote rassen. Daarnaast wordt het ook regelmatig gezien bij de Engelse en Franse Bulldog. Een opvallende klacht is vaak een wisselende kreupelheid die dan eens bij de ene poot optreedt en dan weer bij de andere. De pijn kan zo heftig zijn dat de hond niet wil eten en zelfs een temperatuursverhoging heeft.

Op basis van een drukpijnlijkheid op de lange pijpbeenderen kan er een verdenking op groeipijn zijn. Groeipijn heeft echter veel overeenkomsten met ernstige aandoeningen als heup- en elleboogdysplasie. Er zijn dan ook zeker röntgenfoto’s nodig om deze aandoeningen uit te sluiten. Vaak kan de diagnose groeipijn ook met behulp van de foto’s worden gesteld, maar dat geldt niet voor iedere hond. De behandeling bestaat uit medicijnen. Deze medicijnen hebben zowel een ontstekingsremmende als een pijnstillende werking.

Daarnaast is ook preventie mogelijk. Er bestaat een relatie tussen het ontstaan van groeipijn en voeding met teveel calcium en vitamine D. Dit geldt overigens ook voor aandoeningen als elleboog- en heupdysplasie. Wij adviseren u dan ook om puppyvoeders van gerenommeerde merken te geven aan elke pup van een snelgroeiend hondenras.

Heupdysplasie

Heupdysplasie (HD) wordt veel gezien bij honden van middelgrote en grote rassen. Heupdysplasie betekent letterlijk ‘heupmisvorming’. Het wordt veroorzaakt door een combinatie van erfelijke en uitwendige factoren. De hond moet een genetisch aanleg hebben voor het ontwikkelen van HD. Maar het is sterk afhankelijk van omgevingsfactoren of een hond HD krijgt en in welke mate. De groeisnelheid, lichaamsgewicht, voeding, beweging en spierontwikkeling van een hond spelen een rol.

Vaak treden de problemen van HD al op jonge leeftijd, tussen de zes en zeven maanden, op. Vrij snel erna neemt de bespiering van de hond toe waardoor de klachten soms tijdelijk verdwijnen, maar later weer terugkomen. Soms krijgt de hond ook pas op latere leeftijd voor het eerst klachten. De klachten kunnen zich uiten als kreupelheid (met name na rust), stijve of slappe achterhand, moeite bij het opstaan, snel en vaak gaan liggen, lopen met een bolle rug en een koehakkige stand. De diagnose kan worden gesteld met behulp van een lichamelijk onderzoek in combinatie met een röntgenfoto.

Wat kunt u doen ter preventie?

  • Kies een pup uit HD-vrije ouders (dit geeft echter geen garanties)
  • Geef voeding van een gerenommeerd merk. Kies voor pups van middelgrote en grote rassen een dieet dat is afgestemd op de groeiende hond.
  • Regelmatige en voldoende beweging, zodat de bespiering optimaal is.

Heeft uw hond toch HD, dan is behandeling noodzakelijk. Welke behandeling de beste is, is mede afhankelijk van de leeftijd van uw hond en de ernst van de misvormingen. Voorkom in elk geval overgewicht en laat uw hond gedoseerd bewegen.

heupdysplasie

Elleboogdysplasie

Net als heupdysplasie (HD) is elleboogdysplasie (ED) een veelvoorkomend probleem dat met name bij de grotere hondenrassen voorkomt. Elleboogdysplasie betekent letterlijk ‘elleboogmisvorming’. Het is een verzamelnaam voor aandoeningen in het gewricht; zo bestaan er vier vormen van elleboogdysplasie. Alle vormen leiden tot slijtage van het gewricht, maar de behandeling kan essentieel anders zijn.

ED wordt veroorzaakt door een combinatie van erfelijke en uitwendige factoren. De hond moet een genetisch aanleg hebben voor het ontwikkelen van ED. Maar het is sterk afhankelijk van omgevingsfactoren of een hond ED krijgt en in welke mate. De groeisnelheid, lichaamsgewicht, voeding, beweging en spierontwikkeling van een hond spelen een rol.

Kreupelheid

Vaak treden de problemen van ED al op jonge leeftijd, tussen de zes en zeven maanden, op. Dit uit zich dan over het algemeen in een acute kreupelheid, die met name na inspanning ontstaat. Vrij snel erna neemt de bespiering van de hond toe waardoor de klachten soms tijdelijk verdwijnen, maar later weer terugkomen. Soms krijgt de hond ook pas op latere leeftijd voor het eerst klachten. Deze kreupelheid is minder acuut en is vaak te zien na rust. De diagnose kan worden gesteld met behulp van een lichamelijk onderzoek in combinatie met een röntgenfoto.

Wat kunt u doen ter preventie?

  • Kies een pup uit ED-vrije ouders (dit geeft echter absoluut geen garanties);
  • Geef voeding van een gerenommeerd merk. Kies voor pups van middelgrote en grote rassen voor een dieet dat is afgestemd op de groeiende hond;
  • Regelmatige en voldoende beweging, zodat de bespiering optimaal is. Voorkom overbelasting met name in het eerste jaar.

Wanneer uw hond toch ED blijkt te hebben, dan is behandeling noodzakelijk. Welke behandeling de beste is, is mede afhankelijk van de leeftijd van uw hond en de ernst van de misvormingen. Voorkom in elk geval overgewicht en laat uw hond gedoseerd bewegen.

Terug naar Aandoeningen