Cavia’s zijn echte groepsdieren, wat betekent dat zij gelukkiger zijn en zich veiliger voelen als zij samenleven met één of meerdere soortgenoten. Dit betekent niet per definitie dat alle cavia’s vredig samen kunnen leven, niet alle cavia’s kunnen evengoed met elkaar overweg en ook het geslacht speelt een rol. Een combinatie van een beer (mannetje) met één of meerdere zeugjes (vrouwtjes) is over het algemeen het meest succesvol. Zeugjes zonder beer erbij kan ook prima gaan, al is de kans op onenigheid groter dan wanneer er een beer in de groep zit. Twee of meerdere beren samen zonder zeugje(s) erbij kan goed gaan, maar is de combinatie die de meeste problemen geeft.
Als een beer samenleeft met één of meerdere zeugjes, is het nodig om de beer te laten castreren om ongewenste nestjes te voorkomen. Het laten steriliseren van een zeugje is minder gebruikelijk, omdat een cavia opereren een risicovolle ingreep is. Het castreren van een beertje is een minder zware operatie dan het steriliseren van een zeugje.
Voorbereiding thuis
Het maag-darmstelsel van een cavia werkt anders dan die van een hond of kat. Het is belangrijk dat cavia’s altijd blijven eten om een goede darmfunctie te behouden. Tevens kunnen zij niet braken. Cavia’s hoeven dan ook niet nuchter te zijn voor een operatie. Omdat het belangrijk is dat de cavia ook na de operatie snel weer gaat eten, is het fijn als het favoriete voer wordt meegegeven.
Zorg voor een schoon hok met schone doeken als ondergrond voor de thuiskomst van de cavia. Dit is de beste ondergrond voor de periode na de operatie.
Castratie
Wij castreren beertjes vanaf een leeftijd van vier maanden, maar zij kunnen al vruchtbaar zijn op de jonge leeftijd van vierenhalve week. Na castratie kan een beer nog tot zes weken vruchtbaar blijven. Het is dan ook zaak om hem tot die tijd niet bij een vruchtbaar zeugje te zetten.
Bij een castratie worden de testikels verwijderd door een snede te maken in de balzak. Het bloedvat en de zaadstreng worden afgebonden. Na het verwijderen van de testikels, wordt de balzak gehecht. Om deze ingreep te kunnen uitvoeren, is het nodig om de cavia onder narcose te brengen. Er wordt gebruik gemaakt van gasnarcose om de hoeveelheid narcosemiddel te beperken en de cavia wordt goed gemonitord en geobserveerd vanaf de eerste prik tot het weer wakker worden na de ingreep.
Sterilisatie
Een zeugje kan rond de vier tot vijf weken al geslachtsrijp zijn. Sterilisatie wordt gedaan vanaf een leeftijd van vier maanden, maar is minder gebruikelijk omdat het een risicovolle operatie is. In sommige gevallen is het echter wel aan te raden. Een indicatie kan zijn:
- Cysteuze ovaria (holtes gevuld met vocht in de eierstokken);
- Ovarium (=baarmoeder) tumor;
- Eerste dekking na de leeftijd van 1 jaar. Dit omdat de kans groot is dat het bekken dan te dicht op elkaar staat voor een normale geboorte.
- Soms kan een sterilisatie ook gedaan worden omdat een zeugje zonder verdere medische oorzaak erg dominant is en daardoor een koppeling niet lukt.
- Ongewenste dekking;
- Een versteende vrucht.
Voor het voorkomen van ongewenste nakomelingen, is castratie van het beertje aan te raden. Dit is een minder zware operatie.
Bij een sterilisatie wordt, onder narcose, de buik geopend. De eierstokken worden verwijderd. De baarmoeder wordt alleen verwijderd indien hier aanleiding toe is. Het verwijderen van de eierstokken wordt bij voorkeur via de flanken gedaan, omdat de eierstokken aan de rugzijde liggen en daarom makkelijker te bereiken zijn via de flanken dan via de voorzijde van de buik. Bij het opereren via de flanken hoeven de darmen niet of minimaal opzij geschoven te worden om bij de eierstokken te komen, wat de kans op darmproblemen naar de operatie verkleint. Indien ook de baarmoeder moet worden verwijderd, wordt de operatie via de voorzijde van de buik uitgevoerd. Ook bij deze operatie is, net als bij de castratie van een beer, narcose nodig. Ook hierbij maken wij gebruik van gasnarcose om de hoeveelheid narcose per injectie te beperken en de operatie hiermee minder risicovol te maken.
Nazorg
De nazorg in de kliniek houdt in dat de cavia bij ons in de opname verblijft. Wij houden de temperatuur van de cavia goed in de gaten en houden hem of haar indien nodig warm met kleden, kruiken en indien nodig een warmtelamp. De cavia krijgt na de operatie een injectie die helpt om sneller weer wakker te worden uit de narcose. Zodra de cavia goed wakker is, kijken wij of hij/zij wat wilt eten. Meestal is het nodig om oraal met een spuitje een keer dwangvoer te geven. Dit voer bevat veel voedingsstoffen en vezels, wat het maag-darmstelsel stimuleert.
Als de cavia zichzelf goed warm houdt, wat heeft gegeten en keutels heeft gelegd mag hij/zij naar huis met pijnstilling. Dit is over het algemeen dezelfde dag. Het is belangrijk om in de gaten te houden of de cavia thuis goed blijft eten en keutelen en om hem/haar in een schoon verblijf op schone doeken te houden. Na 10 dagen volgt er een controle bij ons om te kijken of de wond goed genezen is en om de hechtingen te verwijderen.